Totaal aantal pageviews

zaterdag 29 juli 2023

“Ik vraag me af of sommige mensen wel gras hebben aangeraakt…”

Het is zaterdagavond en volkomen traditioneel viert mijn zoon Teun zijn verjaardag bij mij thuis. Zesentwintig jaar is hij vandaag geworden en wat is hij uitgegroeid van een prachtig kereltje naar een mooie jonge man. Zijn zus en broertje zijn al naar huis en we zitten samen te genieten van een heerlijke Döner en Durum vanaf de bank want dat wil hij graag. Ik heb de tv aangezet voor het journaal en er komt een onderwerp voorbij over LHBTIQA+ waarbij vooral het gevoel van (on)veiligheid ter sprake komt. Ik zeg dat het toch wel heel triest is wanneer iemand niet zichzelf kan zijn, niet kan zijn of doen zoals hij of zij zich voelt. Teun beaamt dat maar zegt ook dat hij soms moeite heeft met het idee dat die groep soms belangrijker lijkt te zijn dan andere mensen. Wanneer ik hem vraag om dit uit te leggen maakt hij duidelijk dat voor hem alle, dus echt alle mensen gelijk zijn, de één niet meer of minder dan de ander, zelfs niet anders. Nee, elk mens is zijn of haar unieke zelf en dat mag, nee móet ook zo zijn. Kleur of geaardheid is daarbij totaal niet belangrijk. Dus elk mens heeft recht op gelijke aandacht en respect. 

We kijken verder en opeens zegt hij: “Ik vraag me af of sommige mensen wel gras hebben aangeraakt”. Ik begrijp zijn opmerking niet dus vraag ik hem om uitleg. Hij vertelt vervolgens dat hij daarmee bedoelt dat een groot deel van de mensen het leven alleen lijkt te (be)leven vanuit social media, ergens vanachter een computer in online land. Letterlijk zegt hij dat hij de indruk heeft dat wanneer mensen zoveel op social media zitten ze een compleet verdraaid beeld hebben van de mensheid. Of ze wellicht nooit gras hebben aangeraakt of buiten zijn geweest en echt andere mensen hebben ontmoet, echt normale gesprekken hebben gevoerd. Dat ze, wanneer ze alleen maar op social media zitten, ze geen goed beeld van de wereld krijgen.

Ik ben stil, stil van zoveel eenvoud en wijsheid. Vervolgens stelt hij dat Social media eigenlijk alleen pas toegankelijk zou moeten zijn vanaf 18 jaar. Ik zeg dat het jammer genoeg vaak juist niet die jonge leeftijdsgroep is maar helaas ook veel 18+ mensen. Sterker nog, mijn eigen leeftijdsgroep kan er ook wat van als het om glashard (ver)oordelen gaat. Teun antwoordt dat hij als meest mogelijke oorzaak van dit alles de opvoeding vindt. Want, zo stelt hij, ouders zijn vaak veel te soft en durven vaak geen nee te zeggen en daarmee werk je dit soort excessen in de hand. Wanneer ik hem vraag of wij dat dan wel bij hem hebben gedaan denkt hij heel even na en zegt stellig: “ja, jij en Sjef hebben mij goed opgevoed”. 

Ik voel me oneindig rijk met dit pure kind en bedank hem voor dit cadeau. “Mooi”, zegt hij met die lieve blik en grote glimlach, om vervolgens af te sluiten met: “toch wel leuk dat ik jou op mijn eigen verjaardag een cadeau heb gegeven”.  Het eten is op, het laatste stuk taart is ook soldaat gemaakt. Tijd om de schoenen aan te trekken en huiswaarts te gaan.

We nemen afscheid met een stevige knuffel en ik kijk hem na, mijn mooie pure zoon. Terwijl ik de deur sluit bedenk ik me dat de wereld zoveel beter af zou zijn met de ongecompliceerde openheid en eerlijkheid van mensen zoals hij.

Hij heeft het gras wel aangeraakt … 




dinsdag 18 juli 2023

Vrouw met kat, of kat met vrouw..?

Vorige week donderdag kwam Verdi, mijn kat, thuis met flinke wonden. Dat hij een dominante vechtersbaas is wist ik al wel, maar meestal was hij de winnaar. Dit keer was hij flink gehavend, zoals ook al acht dagen daarvoor toen ik ‘s avonds om 23:00 uur nog bij de dierenarts zat met hem. En nu dus weer, twee flinke wonden die in theorie geniet konden worden. Dat liet mijn vechtersbaas echter niet toe, dus moest het onder narcose worden gehecht. Gezien de plekken was de enige optie hem na hechten een kraag om te doen die veertien dagen moest zitten. En niet naar buiten natuurlijk, zo was het devies.

Dat is nu welgeteld zes dagen geleden. Zes dagen van klaaglijk, zeurend, tot hartverscheurend miauwen bij de achterdeur. De kattenbak, ooit voor hem gekocht vijf jaar geleden, is vrijwel ongebruikt. Meneer doet het buiten. Dat kan nu echter niet maar hoe vertel je hem dat? Vijf dagen aanzwellend klaaglijk miauwen, ik heb nooit een huilbaby gehad maar dit komt er volgens wel heel erg dichtbij. Hij de wanhoop nabij, ik ook. De tips en trucs van de dierenarts zijn kansloos, dus ten einde raad dan toch maar een tuigje gekocht op advies van dochterlief. Dat was gisteren. 

Even om een beeld te geven, een witte kat met rode vlekken met een zeegroen tuigje om, aan de riem bij zijn vrouwtje die hoopvol een rondje gaat lopen. Rondje 1 trippelt hij vrolijk mee en wil daarbij zekere tuintjes in. Dat is natuurlijk geen optie dus met moeite krijg ik hem verder, zonder resultaat. Rondje 2 vertikt hij het überhaupt om te lopen. Hij laat zich vallen in het grind in het zonnetje en verzet letterlijk geen poot. Het gaat me iets te ver om mijzelf naast hem in het grind te vlijen dus we gaan weer naar binnen. Rondje 3 uiteindelijk een plekje gevonden. Niet in een tuin maar ergens langs een parkeerplaats. Na vijf dagen kan hij eindelijk zijn behoefte doen en wat er uiteindelijk uitkomt daar kan een bootwerker jaloers op zijn. Hij opgelucht en ik ook. Tevreden wandelen we terug naar huis, het intense gemiauw is over en wat ben ik blij voor het beestje. Ook blij dat ik blijkbaar de oplossing gevonden heb, morgen een nieuwe dag met nieuwe kansen! 

Die nieuwe dag is vandaag. Gedurende de dag gaat zijn miauw weer in crescendo dus ik denk, het is weer tijd. Opgewekt doe ik zijn tuigje om en loop de poort uit. “Plof” doet mijn Verdi en legt zich plat in het grind om vervolgens geen poot meer te verzetten. Alle pogingen ten spijt vertikt hij het om in de benen te komen dus hup, dan maar weer naar binnen. Wanneer ik bezig ben met het eten voor mijzelf stijgt het volume van zijn miauw per seconde. Dapper werk ik eerst mijn eigen maaltijd naar binnen en doe hem daarna de halsband weer om. Plof, in het grind, daar ligt hij weer, dit kan toch echt niet de bedoeling zijn. Ik til hem op mijn schouder en wandel met kat naar het plekje van de dag ervoor dat zichtbaar keurig aangeharkt is. Verdi staat erbij en kijkt ernaar. Na alle mogelijke pogingen van mijn kant geef ik het op en hijs hem weer op mijn schouder, en zo wandelen we weer huiswaarts, onderweg met verbazing bekeken door passanten, al dan niet meelevend of met een uitdrukking van totaal niet begrijpen, iets met “die vrouw is koekwauws”. Maar hee, dat kan mij niet schelen.

We zijn weer thuis. Ik knoop zijne koninklijke hoogheid vast aan de tuinstoel met een dubbele knoop en ga op mijn bankje zitten, iets dat ik de afgelopen dagen niet gedaan heb uit solidariteit met hem. En ik besef me met een grote grijns dat de grote vraag is:

Is het vrouw met kat of kat met vrouw..? 😹