Al heel lang had ik het verlangen mijn kinderen het eiland
uit mijn jeugd te laten zien, het eiland dat mijn leven zo bepaald heeft.
Al veel te vaak en veel te lang was het er niet van
gekomen, door net zoveel omstandigheden.
Maar nu, in oktober notabene, met een prachtige
weersverwachting, was het zover.
Samen met Martje, Teun en Gijs zou ik samen naar mijn
eiland gaan, naar Ameland.
Zaterdagochtend 7 uur rijden we weg uit Twello, een vroege
en voor mijn kids moeizame start.
De reis gaat goed, de zon komt door en naarmate we
noordelijker komen wordt alles mooier.
We zijn ruim om tijd voor de boot van half 10 en na het
parkeren van de auto lopen we met elkaar richting boot. Daar maak ik de eerste
foto, onder het bordje van “naar de boten”.
Ik loop te hippen van vreugde, mijn kids zijn enigszins
gegeneerd door mijn enthousiasme, zo van “nee he, daar gaat mama weer”..
Eenmaal op de boot zie ik mijn kids genieten, elk op hun
eigen manier, maar genieten doen ze.
Het oorspronkelijke plan was om op de pier direct fietsen
te huren maar met de gebroken teen van mijn dochter is dat niet handig dus we
nemen de bus naar de camping waar ik een trekkershut geboekt heb. In de bus
wijs ik hen al de voor mij zo bekende plekjes aan.
We komen aan en gooien de spullen in de hut en drinken
koffie.
Daarna wordt het tijd om op pad te gaan.
We huren fietsen, niet voor lange afstanden maar om hen zo
de voor mij belangrijkste plekjes te laten zien. Binnendoor langs het huisje
waar ze als peuter geweest zijn, vervolgens via mijn zo geliefde schelpenpad door de duinen naar de
strandtent.
Onderweg stoppen we, mijn kids voelen de rust en ervaren
die niet te evenaren schoonheid van het eiland. Ze maken foto’s, heel veel
foto’s.
Wanneer we aankomen bij Sjoerd, de strandtent bij Nes,
krijg ik het prachtigste compliment.
Unaniem zeggen ze dat ze zo hun bedenkingen hadden bij mijn
enthousiasme, unaniem zeggen ze dat ik niet overdreven heb, want wat is Ameland
mooi en wat ademt het een rust...
Ik geniet met volle teugen, zo blij dat ik hier eindelijk
samen ben met hen.
Na een lekkere lunch gaan we een klein stukje verder het
schelpenpad op en stoppen bij “onze” opgang. Onze opgang is de opgang op
camping Duinoord waar ik vanaf jongs af aan al kwam met mijn ouders, zusje en
broertje. Ik wijs hen de plek waar ons tenthuisje stond, ik vertel hen over de
windhoos, hoe die over de camping raasde op 11 augustus1972.
Die alles verwoestende windhoos waarbij mijn broertje om
het leven kwam, nog maar vijf jaar oud.
Ik vertel het verhaal dat ze natuurlijk al wel kennen, maar
nu, juist op die plek, maakt het extra indruk. We gaan de opgang op waar ik
vroeger als kind zoveel jaren naar de zee ging.
Hoe bijzonder is het dit nu met mijn volwassen kinderen samen
te doen en samen te beleven.
Het is oktober, het weer is prachtig en ik heb mijn bikini
en een handdoek mee.
En daar, op mijn oude vertrouwde opgang, waar ik vroeger de
zee in ging, ga ik weer de zee in, dompel mij onder op die zo bijzondere plek.
Met het zout op mijn huid fietsen we verder richting dorp,
naar de begraafplaats waar mijn broertje ligt en waar mijn ouders ook hun
laatste rustplaats zullen vinden.
Samen met mijn drie kinderen loop ik de begraafplaats op,
de schelpen knisperend onder onze voeten. Ik loop naar het pad waar mijn
broertje ligt, een zonnige plek, bijna tegen de duinen.
Met z’n vieren staan we daar, om ons heen is alles in rust.
Het is een bijzonder moment voor ons allemaal, voor mij,
maar ook voor mijn kinderen die dit nu zien en zo bewust beleven.
Het is verdrietig, het is mooi, het is goed...
Daarna gaan we een ijsje eten in het dorp, een ijsje bij De
Jong, ook een traditie die ik vanaf kind heb meegekregen. En zo geef ik mijn
momenten en herinneringen aan hen mee, en het doet me zo goed om te zien hoe
zij dat allemaal opslaan.
Na al die indrukken en emoties is het de hoogste tijd om
even te chillen, dus terug naar de hut.
‘s avonds gaan we spareribs eten bij de Herberg, ook weer
zo’n speciaal ding.
Zondagmorgen, de volgende ochtend, gaat Gijs al vroeg op
pad met zijn camera richting Oerd, wij slapen nog even door. Ontbijten ging
even minder omdat het gedachte oventje een magnetron bleek te zijn dus de
gekochte afbakbroodjes waren daarmee kansloos.
Dan maar ontbijten onder de vuurtoren, hoe mooi is dat! Aan
het strand bij Sunset.
En nog mooier werd het toen de vuurtoren open bleek te
zijn, jammer genoeg niet voor Martje met haar gebroken teen, maar samen met
mijn jongens ben ik de toren opgeklommen zoals ik dat vroeger zo vaak heb
gedaan.
De foto’s bij de vuurtoren zijn me kostbaar en zo dierbaar.
En toen werd het, hoe kan het ook anders, toch nog racen om
de boot te halen, de planning was de drie uur boot die de vier uur boot werd,
op het nippertje gehaald.
Heen op de Oerd, terug op de Sier..
Ameland verdwijnt langzaam in de verte.
Ik sta op de punt en zie de pier steeds kleiner worden, het
eiland langzaam vervagen..
Ik kijk zolang ik kan, alle beelden van dit kostbare
weekend in mijn hart..
Hoe bijzonder, met mijn kids op mijn eiland...