Iets meer dan drie weken geleden ontdek ik dat ik maar liefst twee muisjes in huis heb.
Ik vind dat niet grappig, helemaal niet wanneer ik ze ‘s avonds heen en weer zie schieten door de kamer waarbij mijn kat Verdi stoïcijns toekijkt en geen spier beweegt. Vriendin komt langs en biedt aan mij te helpen de muizen te vangen of naar naar buiten te laten ontsnappen. We schuiven samen de boekenkast naar voren en na een heuse muizenjacht slagen we erin één muisje de tuin in te werken. Nummer twee is en blijft spoorloos.
De volgende ochtend ruim ik de restanten op en gok erop dat muisje nummer twee er ook vandoor is gegaan. Helaas blijkt dat anderhalve week verder niet het geval te zijn. Ik vind weer sporen en muizenkeutels en besluit een diervriendelijke muizenval te gaan kopen.
Met traumatische ervaringen van lang geleden met een dood muisje in zo’n wrede val is diervriendelijk de enige optie. Bij de dierenwinkel krijg ik goed advies en ook het verhaal dat ik de muis een flink eind verder moet loslaten dan in mijn achtertuin. Volgens hem vindt muisje anders de weg terug binnen 10 minuten naar huisje. De diervriendelijke val kost tien euro en diezelfde nacht prik ik een lekker stukje kaas aan het haakje. Verdi is buiten dus kan zich niet bezeren aan de val.
Vol verwachting kom ik de volgende ochtend beneden, vergelijkbaar met een kind dat haar schoen heeft gezet en er een cadeautje in verwacht. Er is echter geen cadeautje, wel meer keutels. Zo gaat het een paar nachten door.
Tot twee dagen geleden.
Muisje rent inmiddels frank en vrij door de kamer. Verdi negeert muis en vertrekt geen spier.
Ik ben het zat, meer dan zat. Ik roep de hulp in van jongste zoon, hij zal vanuit zijn werk langskomen om samen met mij op jacht te gaan. Zo gezegd zo gedaan. Jongste zoon komt en we praten eerst even bij. Verdi nestelt zich zoals altijd onmiddellijk op zijn schoot en al kroelend en strelend ontdekt zoonlief een dikke teek op het koppie van Verdi. Gelukkig heb ik een tekentang, maar waar? Dat ie knalgroen is weten we allebei zeker. Ik zoek alles af maar kan de tang niet vinden. In een allerlaatste poging besluit ik tot een zoektocht in de witte kast. De witte kast staat in de bijkeuken en is een kast met een verhaal. Wanneer vroeger iemand iets niet kon vinden volgde steevast de vraag: “misschien in de witte kast?” De kast herbergt dingen van ooit, lang niet gebruikt maar te waardevol om weg te doen.
Ik open de witte kast en zoek en speur de laden af. Geen knalgroene tekentang.
Maar de kast heeft ook een open verdieping. Een laag met drie open vakken waarin ook van alles ligt. Die laag trek ik naar voren, iets dat ik nooit doe omdat het niet nodig is. Wat er ligt en wat ik zoek vind ik blindelings, op de tast.
Wanneer ik de la naar voren trek schiet ik in shock. Naast een veelheid van keutels blijkt muis een heus huis te hebben gebouwd in de witte kast. Niet één vak, nee, hij of zij heeft er een compleet eigen appartement van te hebben gemaakt. Weg stoffen tasjes, weg nostalgische receptenmap, alles is gebruikt ter decoratie van het huisje van muisje. Na de eerste schok begin ik als een dolle met de huisontruiming. Vuilniszak ernaast en kiepen maar, alles erin zonder enige reserve.
Intussen laat muis zich niet meer zien. Ik besluit de jacht de volgende ochtend voort te zetten en heb inmiddels de toegangspoort van muis vanuit de bijkeuken naar de kamer en vice versa ontdekt. Die twee vierkante centimeter blokkeer ik met twee kurken, en ik zet opnieuw de val op scherp met een fris blokje kaas. De volgende ochtend blijkt de val leeg, de kurken verplaatst en even later rent muis vrolijk weer door de kamer. Dit is de absolute limiet voor mij.
Ik ga op jacht, jaag met alles wat ik voorhanden heb, maar muis is slimmer en sneller. Totdat hij ontsnapt naar de bijkeuken. Ik blokkeer onmiddellijk de toegangspoort en sta in de aanslag met stoffer en blik. Er ontstaat een kat-en-muisspel tussen muis en mij. Kat slaapt opgerold in de kamer, zich hooghartig afzonderend van het strijdtoneel. Ik zie een beweging achter een mandje en sla genadeloos toe. Met een boog laat ik muis de tuin in vliegen en zie hoe hij als de bliksem het muizenpad kiest.
Ik ben inmiddels ernstig aan koffie toe.
Tijdens de jacht heb ik alle meubels van de muur getrokken en het spoor van muis is onmiskenbaar. Na de koffie pak ik bezem, stofzuiger en een paar emmertjes sop met daarbij de radio keihard aan.
De teek bij Verdi kunnen we er zelf niet uitkrijgen, ook niet met de geleende tang van de overbuurvrouw. Dus vanmiddag naar de dierenarts. De teek is eruit, de medicatie erin en gelijk een nieuwe tekentang meegenomen. Weer knalgroen, deze berg ik op in de secretaire, waarvan acte. De toegangspoort plak ik voor nood even af totdat ik een nieuwe sluitende strip gemonteerd heb.
De kamer is weer spic en span, de meubels staan weer op de plek.
Muis is weg, Verdi ligt tevreden te spinnen.
Stiekem denk ik dat ze vriendjes waren..