Totaal aantal pageviews

woensdag 18 december 2013

Sterrenhemel

Een koude heldere nacht, de winter in aantocht, december, bijna Kerst.
Ik sta even buiten en mijn adem maakt kleine wolkjes.
De hemel is zwart, met schitterende sterren.
Hoe langer ik kijk, hoe meer sterren ik ga zien, met die ene fel oplichtende ster als stralende uitblinker.

Ik ben dol op sterrenhemels. 
Natuurlijk het liefst in Zuid-Europa, in een zwoele zomernacht aan het strand, liggend op mijn rug, genietend van dat spetterende schouwspel.
Maar ook de heldere winternachten thuis, ook die geven datzelfde gevoel.
Het gevoel van er te zijn in iets onmetelijk groots..., adembenemend.

En altijd, in alle jaargetijden, heb ik hetzelfde..
Wanneer ik dan naar boven kijk zie ik de mensen die er niet meer zijn, ze komen op in mijn gedachten vanuit mijn hart. Het lijkt alsof de sterren hen tot leven wekken, alsof ik even met hen kan praten, naar hen kan lachen...

Het afgelopen jaar zijn er daarboven twee mensen uit mijn leven bijgekomen.
Patty eerst, een lieve vriend, en een maand daarna Jan, mijn zo van het leven genietende zwager. Twee bijzondere mensen, twee mannen die me zo dierbaar waren, zo dierbaar zijn.
Zijn... Want ze zijn niet weg, niet echt weg. 
Ze leven voort in mijn hart, poppen op in mijn gedachten.
En ik laat ze komen, laat ze hun zo karakteristieke dingen zeggen, zie hun ogen, hoor hun lach, hun zo eigen lach..

En ik lach naar hen terug, wil hen zoveel vertellen, over hoe het nu is, wat er allemaal hier gebeurt.
Maar dat hoeft niet. Ze weten het wel, want ze zitten in mijn hart, dus weten ze het.

Ik kijk naar boven, naar die flonkerende sterren. 
Hoe langer ik kijk, hoe meer sterren ik zie. 
En ik neem de tijd voor die schittering in de eeuwigheid.

Een koude heldere decembernacht..., bijna Kerst.

Ik ga naar binnen en weet hen dicht bij mij....

maandag 2 december 2013

Onvermoeibaar

Onvermoeibaar. Niet stuk te krijgen.
Dat is wat ik voel wanneer ik op Twitter zoveel berichtjes, links naar websites, artikelen en blogs voorbij zie komen van moeders. Moeders van een kind met een diagnose (*).
In mijn blog staat dat ik graag wil schrijven over zaken die mij raken. 
Autisme is daar een ding van. Niet zo gek wanneer je zelf twee kinderen hebt met die diagnose. 

Maar dit stuk gaat over de moeders, en dan even niet alleen over mezelf maar ook over al die andere moeders die ik volg en lees.
Indrukwekkend is het al die verhalen te lezen, de herkenning daarin.

Het niet weten, maar vooral het weten...
De wanhoop, maar vooral de hoop...
De moedeloosheid, maar vooral de moed...
De constante strijd, soms verlies, maar vooral de kleine overwinningen...
De vele tranen, maar vooral de intensiteit van de lach...
De machteloosheid, maar vooral ook de niet in te dammen oerkracht...
De oerkracht van een moeder voor haar kind.

Dwars door alles heen, roeien met stokjes als het nodig is, zich vastklemmend aan een fragiele strohalm, die dan ineens onbreekbaar blijkt.

Onvermoeibaar, moeders die elkaar opzoeken, volgen, elk in haar eigen unieke situatie.
Geen kind is hetzelfde, geen moeder is hetzelfde, maar dat ene is wat ons verbindt: de wil om de rugzak van ons kind te vullen met zoveel mogelijk voor onderweg. 
Geen troep, maar essentiële zaken. 
Ons kind moet kunnen overleven, ooit ook zonder ons.
Dus zoeken wij naar de gereedschappen, het voedsel, het water, de energie, de veilige plaatsen en de rust, vooral de rust. Rust is wat onze kinderen zo nodig hebben. Structuur en rust.

Dus gaan wij door,

onvermoeibaar.........

(*) met dank aan een moeder van wie ik ergens las dat haar kind geen etiket had, geen stempel, geen stigma, maar een di-ag-no-se, met veel uitroeptekens... Mee eens..


maandag 25 november 2013

Er was eens....

Er was eens een meisje dat opgroeide in een onbezorgde omgeving. Onbezorgd en vrolijk, totdat er verlies in haar leven kwam. De 28 jaren daarna werden grotendeels daardoor bepaald, het was wat haar leven vormde. Zelfs, of misschien wel juist toen zij zelf kinderen kreeg, was dat ene een bijna allesbepalende leidraad voor haar doen en laten, haar denken en voelen.

Maar gelukkig kwam er iemand in haar leven die haar kon doen omkeren.
Met eindeloos veel geduld en liefde liet hij haar de kluwen in haar ziel ontwarren, hij haalde de nesten uit haar hoofd, bevrijdde haar, liet haar zichzelf bevrijden.
Ze kwam uit haar cocon en werd eindelijk een vlinder, een vlinder die zich koesterde in de zon.
En ook de zwaarste stormen en hagelbuien kregen haar niet om, ze had haar kracht ontdekt.

Alleen, heel af en toe, op onbewaakte ogenblikken, als het even harder regent dan zij hebben kan, komt heel diep vanuit haar dat kleine meisje terug, dat meisje dat zich zo lang staande moest houden op een schip dat te groot voor haar was.
Dan moet ze even stampvoeten totdat de vrouw die zij inmiddels geworden is het roer weer overneemt, en daarmee ook de controle.
Dat is soms een pittig gevecht, maar ze kan niet verliezen, niet meer....

Er was eens een meisje, maar nu is dat een vrouw...

woensdag 20 november 2013

Perspectief

Soms is het moeilijk iets in het juiste perspectief te zien. Of misschien wel even helemaal geen perspectief te zien. Herkenbaar voor iedereen. 
Als moeder van drie kinderen waarvan twee autistisch is dat soms nog lastiger. Want juist de zorg om hun anders-zijn brengt gebruikelijke toekomstbeelden vaak aan het wankelen. En dan zie je het allemaal even niet meer in perspectief. Gelukkig leven we in een land waar veel dingen goed geregeld zijn, tenminste, nu nog wel. Met ingang van januari gaat er zoals het er nu uitziet veel veranderen, en niet ten goede. Maar ook dan zullen er mensen opstaan, organisaties opstaan die de handen ineen slaan om voor groepen die op wat voor manier dan ook anders zijn een veilige leefomgeving te bieden. Ervaringsdeskundige mensen, bevlogen mensen.

Mijn zoon van 16 jaar heeft PDD-NOS (zoals dat nu nog heet) en is bezig met de laatste twee jaar Havo via speciaal voortgezet onderwijs. En hij doet het goed, doet het meer dan goed. Hij kreeg zelfs het advies zich te gaan oriënteren op een vervolgopleiding op WO niveau. 
Slik..... Met de trots kwam in mij tegelijkertijd ook de bijna-paniek naar boven. 
Mijn zoon op de Universiteit? Alleen? Op kamers? Hoe dan?
In de "normale" maatschappij kan hij zich niet alleen staande houden, nu nog niet in elk geval.

Gisteravond had ik een workshop op de school van mijn zoon.
Deze workshop ging over een uniek concept van begeleid wonen voor studenten met een autistische stoornis, zowel op MBO niveau als op WO niveau.
De spreker liet feiten zien, cijfers, percentages van slagen, maar vertelde vooral over het welbevinden van de studenten binnen dit concept, over hun persoonlijke groei. Er werden filmpjes getoond van studenten in het huis die vertelden hoe hun leven veranderd was sinds zij binnen de veiligheid van deze begeleiding hun eigen weg konden vinden. Een van de jongens gaf aan dat de wens die hij had om ooit een normaal leven te kunnen leiden nu ook een reële mogelijkheid was. 
Begeleiding naar zelfstandigheid. Geen pamperen maar coachen.
En ik luisterde en zag, moest slikken bij die voor mij zo herkenbare woorden en beelden...
En ik zag weer perspectief, perspectief voor mijn kind.,

Toen ik terugreed naar huis, met folders en informatie in mijn tas, rolden de tranen over mijn wangen. 
In dit concept zou hij kunnen groeien, veilig kunnen groeien, volwaardig, op weg naar een toekomst die bij hem past.

Ik zag weer perspectief.

maandag 11 november 2013

Thuiskomen

Thuiskomen. Je kunt het op zoveel manieren.
Voor mij staat het woord thuiskomen voor daar komen waar je je gekoesterd voelt, beschermd voelt, waar je jezelf kunt zijn. Thuis is bij mensen bij wie je je thuis voelt, die jou nemen zoals je bent en die jou geven waar je behoefte aan hebt, waar je naar verlangt, die van je houden.
Thuis kan op meerdere plekken zijn, in je eigen huis, met je Lief en je kinderen, maar ook bij je ouders.

Thuiskomen kan op je werk, hoe vreemd dat misschien ook mag klinken.
Wanneer je het geluk hebt om een fijne baan te hebben met leuke collega's en mensen daaromheen, ook dan kun je het gevoel van thuiskomen ervaren.
En misschien besef je dat niet dagelijks, maar wel wanneer je een poosje bent weggeweest, zoals ik. 
In mijn allereerste blogje beschreef ik hoe fijn het voelde er weer te zijn na een lange periode van het worstelen met een burn out. Mijn vuurtje brandde weer...
Dat gevoel was als thuiskomen.

Vorige week ging ik voor het eerst weer een dag naar een beurs, een hele dag naar de Flora Holland Trade Fair in Aalsmeer. Een lange dag, een volle dag, een dag waar ik ontzettend naar uitkeek.
En wat voelde het als thuiskomen vanaf het moment dat ik de beursvloer opstapte.
Op zoek naar onze eigen stand kwam ik mensen tegen, relaties, bekenden. Mensen die ik al (te) lang niet meer gezien of gesproken had. Mensen die ik oppervlakkig kende en mensen waarmee ik in de loop der tijd een meer persoonlijk contact heb gekregen. 
Het was een feestje, een feestje dat de hele dag duurde. De dag vloog voorbij en ik had lang niet iedereen gesproken en ontmoet. De dag was veel te kort.... 
Er kwamen nog twee beursdagen achteraan maar dat was voor nu nog even teveel van het goede. Hoe spijtig ook, het geweldige Twittertuinbouwontbijt dat de volgende ochtend om half acht zou beginnen moest ik nog even aan mij voorbij laten gaan. Tandenknarsend weliswaar, maar zoals een verstandige collega van mij altijd zegt: "een olifant eet je niet in een keer, die eet je hapje voor hapje, lepeltje voor lepeltje".
Ik heb heerlijke hapjes gehad, en voelde mij als thuis.
En het mooiste was daarna naar huis rijden, en alweer thuiskomen, mijn verhalen en belevenissen vertellend, struikelend over mijn woorden omdat er zoveel te vertellen was, en nagenietend van de geweldige dag. 

Thuiskomen kun je op zoveel manieren.....


donderdag 7 november 2013

Mijn Rotterdam

Als geboren Rotterdamse blijf ik altijd houden van die stad, mijn stad.
Het feit dat ik daar op twintigjarige leeftijd ben weggegaan doet daar niets aan af.
Integendeel zelfs, waar mijn wegen ook zijn gegaan, en hoe mijn leven ook is verlopen, Rotterdam is en blijft "mijn" stad.
Ik merk het zelfs wanneer ik er er langs rij, er helemaal niet hoef te zijn.
Bij het naderen van de stad alleen al borrelt een niet tegen te houden Rotterdamse tongval naar boven, mijn hart klopt sneller. Dan vanaf de snelweg het zien van de voor mij zo bekende en vertrouwde gebouwen, allemaal met hun eigen herinneringen, hun eigen beelden.
Station Noord, de Straatweg, de Rotte, het groene torentje van de Oranjekerk, Hillegersberg...
Beelden uit mijn jeugd, mijn hemel, wat heb ik veel liggen in die stad...
Zelfs het zien van een troepje kwetterende mussen doet mij denken aan Rotterdam, waar het altijd barstte van de de mussen, die mooie brutale straatmussen, alles overlevend..

En het lijkt wel of naarmate ik ouder word het ook dierbaarder wordt, een gekoesterde periode.
Natuurlijk was niet alles rozengeur en maneschijn, maar ik merk dat het mooie in mijn herinnering overheerst. Of komt dat omdat ik die laat overheersen, de mindere beelden gewoon niet toelaat, het romantiseer? Eigenlijk kan me dat niet schelen, ik geniet van het mooie, het warme, het voor mij zo karakteristieke Rotterdamse. 
Het recht door zee, het "niet lullen maar poetsen", die onvervalste tongval, het hartelijke en vrolijke contact op de markt en in de winkels. Beelden op televisie van havenbaronnen in pak, die praten over bergingsklussen wereldwijd, maar altijd in plat onvervalst Rotterdams. Geen kapsones. 
Gepakt word ik door foto's van mijn stad, die indrukwekkende Zwaan, Hotel New York, de Maas, de Euromast, de haven, het altijd indrukwekkende beeld van Zadkine, die mooie skyline, ik geniet van die beelden.
Voor mijn werk ben ik heel veel bezig met en op Social Media, vooral op Twitter en Facebook, en ik merk dat ik ook daar getriggerd word wanneer ik artikelen of foto's tegen kom over Rotterdam, dat wanneer ik ze zie ik datzelfde warme en trotse gevoel krijg.
Ik ben een geboren Rotterdamse en wat ben ik daar trots op!



maandag 4 november 2013

Windhoos

Ik zit in de bank en zet het journaal aan. Het eerste item is het noodweer dat over Nederland is getrokken, met hagel, onweer, regen en windhozen.
Windhozen.... Diep vanuit mijn onderbuik komt het in een niet te stuiten vaart naar boven...
En even, heel even, voel ik de totale paniek van toen, flitsen er beelden door mij heen van lang geleden, messcherp, als op een goed bewaard negatief.
De beelden op tv zijn anders dan die in mijn hoofd...

11 augustus 1972
De laatste vakantiedag van ons op Ameland, de koffers stonden allemaal al klaar, zodat we nog konden genieten van die laatste vakantiedag. Mijn vader, moeder, zusje, mijn broertje en ik.
Het tenthuisje waarin we jaar na jaar zaten al netjes opgeruimd.
8 uur 's morgens, allemaal nog in pyjama, net wakker.
De buurman roept mijn vader. "Ton, kom eens kijken, kijk eens wat een donkere wolk boven zee!"
We gaan allemaal naar buiten om te kijken. Onze camping ligt vrijwel direct aan zee, er zit maar een duintje tussen. Ons favoriete plekje, al jarenlang.
We kijken naar die rare zwarte wolk in de vorm van een trechter, en we roepen oh en ah.
Geen angst, geen enkel vermoeden.
Het begint te waaien en te regenen, het begint harder te waaien...
Mijn vader roept: "allemaal de tent in!" En begint het tentzeil dicht te knopen.

Dan vergaat de wereld.....
Ik zie de beelden nog op mijn netvlies, ook na 41 jaar.
Ik hoor nog het gierende geluid van de wind, erger dan huilen, erger dan bulderen, nooit meer zal ik dat geluid vergeten.... 
Het eerste beeld dat ik mij herinner is die inktzwarte slurf die over de camping trekt, caravans opzuigend als een immense stofzuiger... Een beeld dat ik zo uit zou kunnen tekenen....

Het volgende moment is stilte, doodse stilte.
Mijn vader checkt wie waar is, mijn moeder roept: "Erik, waar is Erik?"
We vinden mijn broertje na angstig zoeken meters verderop, bleek en stil..

Vijf jaar was hij, mijn broertje Erik, en ik was twaalf toen ik hem verloor..

Ik zie de beelden van de windhozen op het 8 uur journaal en beleef alles weer in een nietsontziende caleidoscoop.

Sommige beelden, hoe lang ook geleden, blijven messcherp, en doen, heel even, weer net zo'n pijn...

Ik zit in de bank en kijk niet meer naar het journaal.

zondag 3 november 2013

Blauwe sjaal

Mijn blauwe sjaal is weg.
Niet kwijtgeraakt of verloren, maar meegenomen.
Meegenomen door iemand, bewust of onbewust, en niet teruggegeven.
Het was nota bene tijdens een workshop Social Media.
Beetje wrang....het woord sociaal in deze....

Ik was gehecht aan mijn blauwe sjaal, meer dan zo maar een beetje.
Daarom hierbij het verhaal, het verhaal van mijn blauwe sjaal.....

Istanbul, januari 2012
Een stedentripje, samen met mijn Lief naar Istanbul, 5 dagen samen weg.
Ietwat ongelukkig door een gewijzigde vlucht is het effectief 4 dagen, we gaan het samen volop beleven. Een heerlijke vlucht, een landing vol verwachting, de reis naar het hotel in het oude Istanbul. Gauw de bagage op de kamers neergooien en direct de stad in. Istanbul ruiken, proeven, horen, zien, beleven. Het is al donker. Alles is goed te lopen, we wanen ons in het sprookje van 1000-en1-nacht. De maan schijnt haar zilveren licht over een van de vele moskeeën. We houden onze adem in bij zoveel moois. Geen kip op straat maar dat kan ons niet schelen. We zijn in Istanbul, wauw, wat mooi!
De volgende ochtend na het ontbijt snel het hotel uit, de stad in.
Het eerste de beste winkeltje waar ik naar binnen stap is een ambachtelijk weefwinkeltje.
Een jonge man achter het weefgetouw, schappen vol met sjaals, zijden sjaals.
Ik ontdek een prachtig blauwe sjaal, zo mooi geweven, de kleur pauwblauw, ik ben verliefd, hopeloos verliefd op deze sjaal. De jonge man vertelt over hoe hij de zoveelste nazaat is van een familiebedrijf, alles wordt met de hand geweven, niets machinaal.
Mijn Lief duikt proestend weg achter een stapel stoffen, hij weet hoe gevoelig (en goedgelovig) ik ben bij dit soort verhalen. Ik koop onmiddellijk huisgestookte drankjes bij lieve oude mannetjes langs de weg, die later voor de helft van de prijs in de supermarkt staan.... Maar hij laat me in mijn heerlijke waan.
De sjaal is me te duur, zelfs na eindeloos afdingen nog steeds 80 euro, ik heb het er niet voor over, voor een sjaal. Ik koop hem niet en zoek alle dagen daarna na een zelfde soort pauwblauwe sjaal..
Ik vind hem niet en stap in het vliegtuig naar huis met toch een gevoel van spijt, al vind ik hem nog steeds te duur.....

Berlijn, maart 2012
Een weekendje weg, een stedentripje met de bus. 
Door omstandigheden een reis waarvan tot op het laatste moment niet zeker was of hij kon doorgaan. Een reis omgeven met heftige emoties waarover ik niet in detail ga. We gingen.
Twee dagen Berlijn, twee dagen door de stad, niet slenterend en sjouwend zoals gewoonlijk, maar grotendeels per bus. Zoveel gezien, zoveel geproefd, zoveel gevoeld...
Tranen van ontroering bij De Muur, tranen over zo'n historie, tranen van genieten, wij samen in het gras op het Museumeiland, in de zon... Wat een mooie beelden, wat veel herinneringen.
De laatste uurtjes. Nog even over de Kurfurstendam. En daar zie ik mijn sjaal. Mijn pauwblauwe sjaal, niet van zijde, maar wel dat intens blauwe.
Ik grijp hem uit het rek en koester hem onder mijn kin. Ik kijk naar mijn Lief en hoef niets meer te zeggen, niets meer uit te leggen. Hij weet het. Deze sjaal is mijn sjaal, zonder twijfel.
Gelukzalig loop, nee, zweef ik terug richting bus. Wat ben ik blij met mijn sjaal, toch nog mijn mooie pauwblauwe sjaal.... Ik koester hem, hij is me zo dierbaar.

Een paar weken terug. 
Een lange werkdag, ontmoetingen met veel mensen, nieuwe mensen, mooie mensen. 
Tussen de middag even uitwaaien aan het strand, daar ben ik toch vlakbij. Er staat een harde wind, windkracht 7 of 8. Mijn sjaal waait weg, ik ren er achteraan, wat stumperig op mijn hoge hakken door het zand. Ik kan hem nog net te pakken krijgen en knoop hem dubbel om mijn hals, mijn zo dierbare blauwe sjaal.

's Middags een workshop Social Media. Ik wordt gepakt door de presentatie en de enthousiaste spreker en schrijf me  helemaal suf. Na de sessie moet ik eerst even naar het toilet. Mijn spullen laat ik liggen. Natuurlijk laat ik die even liggen.
Ik kom terug, nog vol van alles wat ik die dag, die ochtend, die middag beleefd heb.
En dan is mijn sjaal weg, ligt niet meer op mijn stoel.
Geen paniek, niet eens een vraagteken. Wat attent dat iemand mijn sjaal heeft zien liggen en heeft afgegeven bij de organisatie.
De realiteit blijkt anders. De sjaal is niet meer te vinden. Ook een mail van de organisatie naar alle deelnemers geeft geen reactie. De sjaal blijft weg.

En ik ben er helemaal misselijk van, echt misselijk.
Want ik heb om mij heen gekeken, mensen gezien, in de ogen gekeken.
En iemand in die grote groep, iemand heeft mijn sjaal meegenomen.
Hem niet teruggestuurd, ook niet na een email.
En ik besef dat niet alle oude mannetjes hun drankjes zelf gestookt hebben, dat weet ik heus wel.
Maar in een groep, een gesloten groep?

Ik ben met mijn pauwblauwe sjaal iets kostbaars van mijzelf kwijtgeraakt, iets met een enorme gevoelswaarde. 

Maar ik ben meer kwijtgeraakt dan dat....









donderdag 31 oktober 2013

Kringen

Social Media, leuk! Tenminste, het kan heel leuk zijn, en soms ook confronterend.
Facebook, You Tube, Twitter, Linkedin, Google+ en nog veel, heel veel meer.
Allemaal bedoeld om te delen. Het delen van gedachten, meningen, foto's en bijzondere momenten. De mensen met wie je deelt heten vrienden, volgers of connecties.
Sommigen staan heel dichtbij, anderen verder van je af, en een aantal volg je, ja waarom eigenlijk? 
In mijn privéleven heb ik vooral mensen die me dierbaar zijn, mijn Lief, onze kinderen, en vrienden. 
En daaromheen een kringetje van bekenden of mensen waarvan ik vind dat ze mij iets te zeggen hebben, van wie ik kan leren. Het is mijn privé.

Voor mijn werk houd ik mij ook bezig met Social Media, en wat is dat leuk! 
Contacten leggen, mensen volgen, dingen delen, nieuwe dingen ontdekken, leren, verbindingen tussen mensen, echt een verrijking. Maar de slagroom op de taart blijft het echte contact, dus elkaar echt spreken, elkaar echt zien, elkaar echt ontmoeten.

En met echt bedoel ik ook echt.

Voor mij is echt het daadwerkelijk, fysiek communiceren, met stem en oogcontact.
Dus niet zoals mijn kinderen voor wie het heel normaal is om via What's App of Facebook te zeggen "ik spreek je later" of "ik zie je zo!". Voor wie dat een echt contact is. Die mij wat verdwaasd aankijken als ik zeg dat ik een hoesje voor mijn smartphone wat lastig vind met bellen. Bellen? Wie belt er dan nog? Je "praat" toch via What's App? De smartphone verkleefd aan hun lijf, een verlengstuk, bijna onlosmakelijk.. 
Contacten onder de knop, dichtbij maar zo op afstand.
's Avonds in de bank zittend, kijkend naar een film of serie, werp ik een blik naar links, daar zitten een, twee, drie kids (of meer) op een rij, allemaal met hun mobiel in hun hand, starend naar hun schermpje, de duimen in staccato over de toetsen.  En, eerlijk is eerlijk, ook ikzelf heb vaak de neiging om "even" op m'n telefoon te kijken.. Dan kom je in een risicogebied, dan zuigt het energie in plaats van dat je er energie van krijgt. En laat dat nu juist zijn waar ik zo'n behoefte aan heb, energie! 

Terug naar de slagroom op de taart, het echte contact, het voor mij echte contact.
Want hoe leuk is het wanneer je na een aantal maanden van voorbereiding in een project een vergadering hebt, en eindelijk eens die mensen achter de profielen ziet en spreekt, echt ziet en echt spreekt bedoel ik dan.
Dat is pas echt "Social", dat is waar het leven om draait, dat is wat mensen ver-bindt, dat is pas echt verrijkend.

En dan heb ik zomaar een paar echte mensen in "mijn kringen" erbij...

zaterdag 26 oktober 2013

Oh Jeetjes.....

Om deze column te begrijpen moet je weten wat een Oh Jeetje is. 
Een Oh Jeetje stamt uit mijn jeugd, de term in in elk geval..
Mijn vader noemde dat zo wanneer hij een borrelglaasje, zo'n tonnetje, afvulde met een borrel, meestal jenever, tot aan de rand. Zodanig dat je het glaasje niet kon oppakken zonder te morsen. Je kon het glas niet naar je mond brengen maar moest je lippen behoedzaam naar het glas brengen. De kunst was om het eerste nipje zodanig te nemen dat er geen jenever verloren ging. Dat noemde en noemt mijn vader nog steeds een "Oh Jeetje".

Sinds de start van dit blog zit mijn hoofd vol met Oh Jeetjes, glaasjes tot aan de rand toe gevuld.
Wat zal ik schrijven, waarover en hoeveel? Hoe vaak?
Zal ik schrijven over hoe het voelde om filmpjes terug te zien van mijn kinderen van jaren geleden?
Zal ik schrijven over mijn werk en de onwijs mooie mensen die ik daarin ontmoet?
Zal ik schrijven over wat ik voel wanneer ik lees over de nieuwe wet over de jeugdzorg, met alle onzekerheden daar rondom? 
Het lijkt wel alsof er een niet te stoppen bron is aangeboord, ik droom ervan. 
Allemaal Oh Jeetjes, glaasjes tot aan de rand toe gevuld....

Ik pluk er eentje uit.
Deze week  heeft mijn Lief de laptop opgeschoond. We hadden al vaker pijnlijk ervaren hoe erg het is wanneer de harde schijf crashte, het verlies van zoveel mooie foto's, herinneringen die weliswaar in je hart gegrift staan, maar waarvan je zo graag ook die mooie beelden af en toe even wil terugzien.
Mijn Lief ordende en herordende...
Ik ging terug in de tijd.
Zag en herbeleefde het verhaal van mijn zoon, mijn zoon met PDD-NOS, nu ASS genoemd.
In groep 6 van SO de Boemerang in Apeldoorn ging hij op Hapskamp.
Hapskamp is teruggaan naar de prehistorie, geen water, geen electriciteit, geen telefoon, alleen oer.
Gekleed in een jutezak het bos in, voor drie dagen.
Mijn zoon, zo levend volgend structuur, hoe zou hij dat ervaren?
Ik heb er een prachtig verslag van, gefilmd, uit zijn mond, ruim 6 jaar geleden.
Mijn zoon die zelden of nooit iets vertelt, vertelde in een stroom van woorden wat hij beleefd had, in een niet te stoppen woordenvloed.. En dat heb ik vastgelegd, op video, onuitwisbaar in mijn hart, en zo ontzettend mooi terug te zien op film.
Ik kijk, en voel wat ik toen voelde, voel de ontroering, de blijdschap van toen.

En vanavond, kijkend naar een film op tv, mijn inmiddels zestienjarige zoon dicht tegen mij aangeklemd, voor heel even, schieten die beelden door mijn hoofd, en ik koester het moment, in het volle besef dat ik die pareltjes moet koesteren, moet koesteren om overeind te blijven, want oh wat is het vaak moeilijk, dat gebrek aan wederkerigheid.

En dat was nog maar 1 Oh Jeetje, een van de vele in mijn hoofd.....




vrijdag 18 oktober 2013

Dementie, verdwaald maar niet verloren

Gistermiddag ging ik even langs mijn ouders voor een kop thee. In eerste instantie was ik langsgefietst maar zag de auto niet staan. Volledig automatisch ging ik er vanuit dat ze dus samen weg waren. Mijn ouders zijn namelijk onafscheidelijk, al zolang ik mij herinner. Dat is nog verder versterkt sinds mijn moeder via een beginnend pad van vergeetachtigheid inmiddels op de weg van dementie is aangekomen. Mijn vader omringt mijn moeder met liefdevolle zorgen en regelt alles. Ze genieten van elkaar en zijn pas nog samen een week naar Kreta geweest, van de ene op de andere dag geboekt, en diezelfde nacht al op het vliegtuig. 84 en 85 jaar zijn ze, en volgende maand hopen ze bij leven en welzijn hun 55-jarig huwelijksfeest te vieren. 
Op de terugweg van de supermarkt even gebeld om te horen of ze er inmiddels waren. Mijn moeder nam op, vragend, en nee, papa was niet thuis. "Oké, dan kom ik even langs, doe de voordeur maar vast open, ik ben er zo", zei ik.
Toen ik even later aankwam kwam mijn moeder met de telefoon nog op spreekstand naar buiten, blij en lachend. Weer vertelde ze dat papa er niet was, hij was -zei ze aarzelend- waarschijnlijk naar een vergadering. Ik voelde direct dat ze niet wist waar mijn vader was. Eenmaal binnen keutelde ze genoeglijk door de kamer. In de keuken stonden de aardappeltjes en de bloemkool al netjes onder water in de pan. Vlees? Dat wist ze niet, dat wist papa wel. Ze vroeg wat ik wilde drinken en nam zelf cola, in een theeglas weliswaar, want tegenwoordig schenkt ze alles in een theeglas. Ze ging zitten in de bank, haar handen in haar schoot, haar blik ver weg....

Geschokt besefte ik hoe verloren ze was, hoe klein zonder mijn altijd aanwezige zorgzame vader naast zich. Ze was niet verdrietig, ze hoopte dat hij een fijne middag had, hij was ergens naartoe... "En, hoe is het nu met jou? En met de kinderen?" De vragen die ze al 100 jaar stelt, veilig en bekend, en altijd oprecht.
Er vielen stiltes, stiltes die ik op dat moment even niet wist op te vullen, geraakt als ik was door hetgeen ik zag.

Mijn vader kwam eraan, mijn moeder had het niet direct in de gaten maar toen ik haar erop attendeerde veerde ze overeind vanuit de bank de hal in. Ze vloog mijn vader om zijn nek, al knuffelend en roepend: "oh, daar ben je weer, daar ben je weer, ik ben zo blij dat je er weer bent"! Mijn vader was er even door van slag, hij had zich ook een beetje zorgen gemaakt. Hij had op de eettafel netjes het bericht gelegd waarop stond waar hij was. Mama wist het niet meer, en ik had het niet gezien.
Hij vertelde dat hij een leuke middag had gehad en dat mijn moeder het misschien ook wel leuk zou hebben gevonden. Een lezing door Jan Terlouw bij de ouderensoos van de kerk.
"Ach, dat is toch niets voor mij,maar ik ben blij dat jij het leuk hebt gehad", zei ze terwijl ze dicht tegen hem aankroop. 

Als torteltjes zaten ze op de bank, hand in hand, 
zoals ik al op honderden foto's in beeld heb, 
en in nog meer beelden in mijn hoofd.




dinsdag 15 oktober 2013

Het vuurtje brandt weer!

Het vuurtje brandt weer!

Doodmoe, borrelend en voldaan fiets ik op deze herfstmiddag naar huis.
Het is de eerste werkdag die ik weer helemaal en volledig op kantoor heb doorgebracht na een lange periode van vallen en weer opkrabbelen.
Lang ja, ruim 10 maanden om precies te zijn.
Op 3 december 2012 ben ik bijna letterlijk omgevallen. Een burn-out, zoals dat zo mooi genoemd wordt. Burn-out, het vuurtje opgebrand, uit...
Nog steeds worstel ik met die term. Ik, opgebrand? Nee, dat is iets voor anderen, niet voor mij. Maar de realiteit bewees anders. Een lange periode van oneindig moe zijn, niets kunnen, niets willen, alleen maar heel veel hangen op de bank, emmers tranen, vechten vooral met en tegen jezelf.
Rust nemen en vooral doen wat je leuk vind, was het advies.
Ja, hoezo leuke dingen? Wat voor leuke dingen? Een energie van nul-komma-nul, en opgevoed met het idee dat als je niet kunt werken dat je dan ook geen leuke dingen kan (mag) doen! ziek is ziek, toch? Je verstoppen achter een schap bij de supermarkt als je een collega ziet. Je wilt niet gezien worden, je bent toch ziek?
In je hoofd is het een grote chaos, en je lijf laat je ook in de steek.
Gelukkig was er mijn grote Schat, die mij steeds weer troostte en wanneer nodig naar bed dirigeerde, om bij te tanken, steeds maar weer bij te tanken.
En gelukkig was er op mijn werk alleen maar warmte en begrip, niets geen druk, niets geen pushen, geen vragen wanneer ik weer dacht te beginnen, alleen maar zorg en begrip.
Na drie maanden bankhangen weer heel voorzichtig begonnen, met een uurtje per dag.
Wat was dat moeilijk, wat voelde ik me een klungel, een watje.
Maar stapje voor stapje, meter voor meter kwam ik terug, af en toe even weer een terugval, maar dan weer opkrabbelen.

En vandaag de eerste voor mij volle werkdag, wat een voldaan gevoel geeft dat!
Geen kou of regen kon mij deren op de fiets naar huis! Ik kan wel jubelen en zingen!
En ja, ik weet inmiddels door ervaring wijs geworden dat het morgen wel weer anders kan zijn, maar deze dag pakt niemand mij meer af!
Burned-out, maar het vuurtje brandt weer, en ik koester mij in de gloed.

Maandag 14-10-2013