Ik kijk tv zoals miljoenen mensen dat op dit moment doen. Schokkende beelden van een niet te bevatten oorlog, gestart door een compleet gestoorde narcist die de realiteit volkomen kwijt is. Beangstigend is het, surrealistisch, en toch is het de verschrikkelijke realiteit van dit moment. Het beeld vanavond bij Jinek van een klein kind dat zegt: “ik wil niet sterven, ik wil gewoon dat het ophoudt”. Mijn hart breekt, net zoals zichtbaar aan de tafel bij Jinek gebeurt bij burgemeester Aboutaleb van Rotterdam.
Wat mij ook schokt de afgelopen dagen, is dat deze strijd tussen Rusland en Oekraïne al acht jaar aan de gang is. De jonge vrouw die deze week met bitterheid haar eigen verhaal vertelde over familieleden die vermoord waren omdat zij niet pro Rusland waren. Hoe de wereld dit al jaren weet en negeert. Ik wist het oprecht niet, noem het naïef maar zo is het.
In de bibliotheek zie ik met grote regelmaat kinderen die ook uit een oorlogssituatie komen, uit Syrië. Kinderen die ik hier zie groeien, zie bloeien. Kinderen waarbij ik me vaak afvraag wat zij in hun jonge leven al hebben meegemaakt, wat hun ogen hebben gezien. Ik geniet van hun blijheid, van hun steeds meer open blik. Dat geeft me hoop en vertrouwen.
Syrië lijkt ver weg, Oekraïne nu zo dichtbij maar de gemene deler is een machtswellustige dictator die ongestraft zijn gang kan gaan terwijl de wereld toekijkt. Economische eigenbelangen doen wegkijken, al zolang.
We zijn wreed wakkergeschud, in Europa en daarbuiten, maar niet zo wreed als de mensen in Oekraïne. Luchtalarm, explosies, angst voor wat nu is en nog gaat komen.
Ik zie de beelden en luister naar de verhalen.
Mijn hart huilt…