Vanavond, ik schuif aan bij de Griek, naast mijn papa in gezelschap van de dochter van een nichtje van mijn mama en haar man. Ik denk dat wij achternichtjes zijn maar helemaal zeker weet ik dat niet. Het is ook niet belangrijk. Wat telt is de bijzondere band.
We hebben mooie gesprekken en al pratend niet besefte herinneringen. Ik verloor mijn broertje toen ik twaalf jaar oud was, zij haar mama toen zij achttien jaar was. Allebei, zoals we vanavond ontdekten, in hetzelfde jaar, 1972. Haar mama was een nicht van mijn mama, maar zij beschouwden elkaar als zusjes. Dat werd mij pas echt duidelijk in de tijd dat mijn mama de laatste jaren van haar leven in een verzorgingshuis zat. Talloze keren wanneer ik haar bezocht stelde ze steeds dezelfde vraag: “Hoe is het nu met Corrie?” Hoewel ik niet begreep waar die associatie vandaan kwam antwoordde ik steevast met: “Goed mama, je moet de groeten hebben, ze kon vandaag niet komen”. Meestal was dat antwoord goed. Soms niet, dan nam ze daar geen genoegen mee en wilde weten wanneer Corrie dan wel kwam of wanneer zij naar Corrie toe kon gaan. Vaak heb ik mij in die tijd afgevraagd wat ervoor zorgde dat ze die associatie juist bij mij had maar dat heb ik nooit kunnen ontrafelen.
Die liefde van mijn mama voor Corrie heeft er wel voor gezorgd dat ik een bijzondere band voel met haar dochter en gelukkig is dat wederzijds. Een onzichtbaar maar voelbaar draadje. Zo was het vanavond een warm en waardevol samenzijn met gedeelde bekende en ook nieuwe herinneringen. Bij het afscheid beloofden we elkaar gauw weer te zien, ergens en ooit.
Ik wandelde naar huis en zag op mijn telefoon een berichtje van mijn jongste zoon die mijn fiets wilde lenen om vannacht ergens naar de sterrenregen te kijken. Vannacht was de piek, zo zei hij. Natuurlijk was dat goed. Gisteravond had ik mijzelf nog in de tuin geïnstalleerd voor dit bijzondere moment maar na 12 uur hield ik het voor gezien. De piek ligt ergens rond 03.00 ‘s nachts en dat is mij voor nu iets teveel. Maar hij gaat kijken vannacht, en ik hoop dat hij een sterrenregen gaat zien. En hoe graag ik het zelf ook zou willen zien, ik hoef de sterren niet te zien vallen. Voordat ik vanavond ga slapen kijk ik omhoog en glimlach naar boven. Ik zie de sterren en denk aan mijn mooie mama, mijn prachtige broertje, mijn grote Liefde, mijn heerlijke opa, aan andere geliefden in mijn hart, én aan het “zusje” van mijn mama, Corrie. In in gedachten verbeeld ik mij dat mama nu weet dat het goed is met Corrie.
Een hemel vol van schitterende sterren…
Geen opmerkingen:
Een reactie posten